datum: 10 augustus 2021
In bijna iedere arbeidsovereenkomst is een concurrentiebeding opgenomen. In veel gevallen tekent een werknemer zonder hier veel aandacht aan te besteden een dergelijk beding en een concurrentiebeding levert dan vaak pas moeilijkheden op bij het einde van de arbeidsovereenkomst. Een werknemer voelt zich dan toch beperkt in zijn mogelijkheden en wil van het concurrentiebeding af...
Meestal gaan werkgever en werknemer dan in gesprek. Er kan door werknemer worden verzocht om het beding niet te handhaven na het einde van het dienstverband. Een gesprek kan ervoor zorgen dat de werkgever de werknemer niet meer aan het concurrentiebeding houdt, of in plaats van een concurrentiebeding een minder belastend relatiebeding voorstelt…
Maar als het gesprek niet het gewenste resultaat oplevert, kan een werknemer ervoor kiezen om naar de rechter te gaan en daar de rechter te verzoeken het:
In een recente uitspraak verzocht een werknemer die sinds 2003 bij werkgever in dienst was of de rechter het overeengekomen concurrentie- en relatiebeding kon schorsen. De kantonrechter wees alle vorderingen van werknemer af, waarna werknemer in hoger beroep ging. Maar (helaas voor de werknemer) ook het hof wees de vorderingen van werknemer af. Ondanks het feit dat de functie van werknemer was veranderd, achtte het hof het aannemelijk dat sprake was van een normale en voorzienbare carrièrestap gezien de leeftijd en werkervaring van werknemer. Daarnaast is het hof het met de kantonrechter eens dat, gezien het feit dat werknemer al 17 jaar in dienst was bij werkgever en het vanwege zijn seniorpositie aannemelijk is dat werknemer beschikt over informatie die het bedrijfsbelang van werkgever kan schaden, het begrijpelijk is dat werkgever haar bedrijfsdebiet probeert te beschermen. Aangezien niet aannemelijk is geworden dat werknemer niet elders in een vergelijkbare functie aan de slag zou kunnen, terwijl het belang van werkgever evident is dat opgedane kennis van werknemer op het gebied van de verkoopstrategie, klanten, producten en marges niet bij de concurrent terecht moet komen, valt de belangenafweging in het nadeel van werknemer uit.
Het concurrentiebeding geheel of gedeeltelijk laten vernietigen bij een rechter is nog niet zo makkelijk: de belangenafweging valt niet altijd in het voordeel van de werknemer uit. Zorg dus dat je weet wat je afspreekt, want het is zeker geen zekerheid dat de afspraak bij het einde van het dienstverband makkelijk ongedaan gemaakt kan worden.
Heb je vragen of wil je van gedachten wisselen over de mogelijkheden van het (gedeeltelijk) vernietigen van een concurrentiebeding? Neem dan gerust contact met mij op.
Auteur: Nienke van der Linden
Uitspraak: Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 13 juli 2021, ECLI:NL:GHARL:2021:6782