Terug

Ontslag op staande voet na twijfelachtige ziekmelding? Pas op!

Ontslag op staande voet na twijfelachtige ziekmelding? Pas op!

datum: 31 maart 2022

Het komt geregeld voor dat een werknemer na een incident op het werk zich ziekmeldt. Een logische reactie van werkgever is dan om werknemer op gesprek uit te nodigen. Om de druk op te voeren, wordt in deze uitnodiging weleens gemeld dat, indien werknemer niet op dit gesprek verschijnt, ontslag op staande voet volgt. Dat dit niet verstandig is en je als werkgever beter eerst kan wachten op het oordeel van de bedrijfsarts indien de werknemer niet verschijnt, blijkt wel weer uit een recente uitspraak. 

 

Recente uitspraak 

In een recente uitspraak van het hof Den Haag ging het om een werknemer die op vrijdag 18 oktober 2019 boos is weggelopen tijdens een gesprek tussen hem en zijn leidinggevende. Na dit gesprek neemt werknemer verlof op en gaat naar huis. Op maandag 21 oktober 2019 is werknemer niet op het werk verschenen en later meldt werknemer zich ziek. Diezelfde dag is werknemer zowel opgeroepen voor een gesprek met de bedrijfsarts op 30 oktober 2019 als voor een gesprek op kantoor van werkgever op 23 oktober 2019. In de brief is aangegeven dat indien werknemer niet verschijnt op dit gesprek, ontslag op staande voet zou volgen. Op 23 oktober 2019 verschijnt werknemer niet op het gesprek. Werknemer stelt zich hierbij op het standpunt dat hij arbeidsongeschikt is en eerst de bedrijfsarts wilde spreken. Diezelfde dag is werknemer op staande voet ontslagen.  Werkgever heeft in haar ontslagbrief vier gronden voor het ontslag op staande voet genoemd, namelijk:

  1. het weigeren instructies van de leidinggevende op te volgen; 
  2. het op onacceptabele wijze communiceren met zijn leidinggevende, de manager operations en de manager HR;
  3. het zonder toestemming van de leidinggevende naar huis gaan op 18 oktober 2019 en het op 21 oktober 2019 niet komen opdagen; en
  4. het niet verschijnen voor een gesprek op 23 oktober 2019.

Werknemer legt zich hier niet bij neer en verzoekt de rechtbank onder meer het ontslag op staande voet te vernietigen. De kantonrechter heeft het verzoek van werknemer tot vernietiging van het ontslag op staande voet afgewezen. Werknemer gaat in hoger beroep.

 

Oordeel hof

Volgens het hof kunnen de verwijten onder 3 en 4 niet slagen, aangezien van een arbeidsongeschikte werknemer met lichamelijke klachten – werknemer heeft namelijk onweersproken aangevoerd dat hij ernstige last van zijn schouders had – niet kan worden verwacht dat hij op zijn werk verschijnt. Het hof overweegt daarbij nog dat het vanuit het perspectief van werkgever wellicht begrijpelijk was dat zij haar twijfels had over de ziekmelding tegen de achtergrond van de gebeurtenissen die hebben geleid tot de ziekmelding van werknemer. Echter, dat het in de gegeven omstandigheden juist op de weg van werkgever lag om die (door haar betwiste) ziekmelding eerst te laten toetsen door de arboarts, in plaats van zelf aan te nemen dat van arbeidsongeschiktheid geen sprake was. Dat heeft werkgever niet gedaan. Werkgever heeft juist van werknemer verlangd dat hij op het werk zou verschijnen voor een gesprek, nog voordat hij gezien was door de arboarts. De door werkgever genoemde redenen onder 3 en 4, zoals ten grondslag gelegd aan het ontslag op staande voet, kunnen het ontslag dan ook niet dragen. Het hof vervolgt dat omdat uit de ontslagbrief niet blijkt dat iedere reden afzonderlijk kwalificeert als een dringende reden voor ontslag op staande voet, het ontslag op staande voet niet rechtsgeldig is. 

Bovendien, ook de verwijten onder 1 en 2 kunnen volgens het hof niet tot de conclusie leiden dat het ontslag op staande voet in dat geval op goede gronden zou zijn gegeven. Voor deze gronden geldt dat een werknemer in beginsel pas op staande voet kan worden ontslagen wegens het niet opvolgen van instructies of het op onacceptabele wijze communiceren, als werknemer daarop al eerder is aangesproken en voldoende in de gelegenheid is gesteld zijn gedrag te verbeteren en verbetering vervolgens uitblijft. Hiervan bleek geen sprake. 

 

Conclusie

Werkgever, let dus op! Ook al vertrouw je een ziekmelding van werknemer niet omdat de ziekmelding volgt na een discussie/aanvaring op werk, ga niet meteen over tot ontslag op staande voet indien werknemer na een verzoek daartoe niet op gesprek verschijnt. Laat de werknemer eerst op gesprek komen bij de bedrijfsarts, zodat de arbeidsongeschiktheid kan worden getoetst. Blijkt werknemer achteraf wel arbeidsgeschikt te zijn op het moment van niet opdagen? Dan kan je (alsnog) overgaan tot het ontslag op staande voet. 

 

Voor eventuele vragen over dit onderwerp ben ik beschikbaar.

 

Auteur: Nienke van der Linden

Bron uitspraak: Gerechtshof Den Haag, 22 februari 2022, ECLI:NL:GHDHA:2022224