datum: 15 november 2016
Op 8 november 2016 is het voorstel “Wet normalisering rechtspositie ambtenaren” aangenomen door de Eerste Kamer. Met deze wet wordt een zo groot mogelijke eenvormigheid tussen ambtenaren en de rechtspositie van werknemers in de private sector beoogd. Het uitgangspunt is dat de arbeidsverhoudingen bij de overheid uiteindelijk gelijk moeten zijn aan de verhoudingen in het private bedrijfsleven. Het private arbeids- en ontslagrecht zal dus ook voor ambtenaren gaan gelden. Gevallen waarin zwaarwegende argumenten zijn om dit niet te doen zullen worden uitgezonderd. Dit zijn onder andere politieke ambtsdragers, medewerkers van politie en defensie en rechters en officieren van justitie.
Het wetsvoorstel is nog niet bekrachtigd, aangezien de ambtenarencentrales een kortgeding tegen de Staat hebben aangespannen. Zij verlangen namelijk dat er eerst open en reëel overleg over het wetsvoorstel met hen wordt gevoerd. De Kantonrechter zal donderdag 17 november 2016 uitspraak doen.
Het is overigens niet de bedoeling van het wetsvoorstel om een einde te maken aan het eigen karakter van het ambtenaarschap, noch aan de benaming ambtenaar. Iedere medewerker in dienst van een overheidswerkgever blijft ambtenaar, de speciale regels voor ambtenaren zullen dan ook blijven bestaan. Met deze ‘speciale regels’ wordt gedoeld op de Gedragsregels en de Basisregels Integriteit. Deze zien bijvoorbeeld op de geheimhoudingsplicht, verbod om giften aan te nemen en de plicht andere functies te melden.
Door het wetsvoorstel zal veel wet- en regelgeving moeten worden aangepast. Werkgevers moeten nieuwe regels gaan doorvoeren in hun organisatie. Naar schatting van de Rijksoverheid zal dit 2,5 tot 3 jaar gaan duren. Een definitieve datum kan in ieder geval nu nog niet genoemd worden.
Auteur: Nienke van der Linden