datum: 6 december 2016
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (L.F. Asscher) meent goed gedaan te hebben door het inwerking laten treden van de Wet werk en zekerheid (deels per 1 januari en deels per 1 juli 2015). Dat bevestigt hij nog eens in zijn brief aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal van 1 december 2016.
Bij een beëindiging van de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden blijkt dat een lagere vergoeding wordt overeengekomen dan vóór de Wwz en dat deze vergoeding veelal ligt tussen de transitievergoeding en de oude neutrale kantonrechtersformule. Dat klopt maar Asscher concludeert dan: “dat wil zeggen een C-factor van nul”. Asscher en Arbeidsrecht gaan – zo blijkt maar weer – bepaald niet hand in hand. Een C-factor van nul resulteert immers in een vergoeding ter hoogte van € 0,00 (de kantonrechtersformule luidde immers: A (aantal gewogen dienstjaren) x B (beloning) x C (correctiefactor)), nog daargelaten dat de kantonrechtersformule – door inwerkingtreding van de Wwz door diezelfde Asscher – niet meer bestaat (en is vervangen door de transitievergoeding). Daarbij resulteren beëindigingen met wederzijds goedvinden in een hoger bedrag dan de transitievergoeding. Er kan dus een dikke streep door de conclusie van Asscher, handmatig.
Dit artikel verscheen op 10-12-2016 in Het Financieele Dagblad.
Auteur: Thijs Muffels