Terug

Corona en thuiswerken

Corona en thuiswerken

datum: 26 juli 2021

Een werkgever bericht het volgende aan haar werknemers:

“Ik ga ervan uit dat we met zijn allen onze schouders eronder zetten en dat IEDEREEN zijn eigen werk doet en op zijn eigen plaats gaat zitten. Zoals reeds in januari aangegeven wordt er niét van thuis uit gewerkt. Mocht iemand door de overheidsmaatregelen om welke reden dan ook niet willen of kunnen werken, dan zal kan men gerust thuisblijven tegen inleveren van verlofdagen”.

Een 61-jarige werkneemster, werkzaam in de functie van secretaresse/receptioniste, meldt zich daags na ontvangst van dit bericht ziek. De bedrijfsarts adviseert werkgever werkneemster thuis te laten werken omdat zij tot de Covid-19 risicogroep behoort. Indien thuiswerken niet tot de mogelijkheden behoort, zal werkgever moeten zorgdragen voor een veilige werkplek: een balie die is afgeschermd met plexiglas en is afgeschermd van de looproute langs de balie, aldus de bedrijfsarts.

Ondanks het heldere advies van de bedrijfsarts geeft de werkgever geen gehoor aan dit advies en herhaalt de oproep om de werkzaamheden op kantoor te hervatten of verlof op te nemen. Omdat werkneemster daar niet toe bereid is stopt de werkgever na enige tijd stop de loonbetalingen aan werkneemster vanwege werkweigering.

 

Werkweigering

De kantonrechter oordeelt vervolgens dat er onder deze omstandigheden geen sprake is van werkweigering en de werkgever derhalve gehouden is het loon door te betalen. Omdat de werkgever ook dit weigert verzoekt werkneemster de kantonrechter vervolgens de arbeidsovereenkomst te ontbinden en haar naast de transitievergoeding een billijke vergoeding toe te kennen.

 

Billijke vergoeding

Ter onderbouwing van de hoogte van de gevraagde billijke vergoeding stelt werkneemster dat zij gelet op haar leeftijd, de (nasleep van) de coronacrisis en haar medische situatie weinig tot geen kans heeft op een andere baan binnen afzienbare tijd en dat werkgever om die reden over een periode van drie jaren compensatie moet betalen voor het inkomensverlies. De kantonrechter oordeelt vervolgens op basis van het aan het conflict voorafgaande functioneren van werkneemster, haar leeftijd van 61 jaar en het feit dat zij tien jaar bij werkgever in dienst is, is er geen aanleiding te veronderstellen dat zij niet tot haar pensioengerechtelijke leeftijd in dienst zou zijn gebleven. Op basis van deze uitgangspunten wordt werkgever veroordeeld tot betaling van een transitievergoeding van € 10.017,11 bruto en een billijke vergoeding van € 46.000,- bruto.
 

Conclusie

Een met plexiglas van de looproute afgeschermde balie was voor de werkgever een aanmerkelijk goedkopere- en voor beide partijen een meer bevredigende oplossing geweest.

 

Auteur: Bas Westerhout

Bron uitspraak: Rechtbank Limburg, 10 juni 2021, ECLI:NL:RBLIM:2021:5203