Terug

Tijd voor e-mailbeleid buiten werktijd

Tijd voor e-mailbeleid buiten werktijd

datum: 17 januari 2017

Per 1 januari 2017 zijn Franse werkgevers met meer dan 50 werknemers verplicht om in overleg te treden met vakbonden over redelijk gebruik van IT-apparatuur buiten werktijd. Uitgangspunt is dat afspraken moeten worden gemaakt over tijdstippen waarop werknemers hun e-mail mogen uitzetten en dus volledig ongestoord van hun vrije tijd kunnen genieten. Indien het overleg met de vakbonden niet tot een collectieve afspraak leidt, dan zal de werkgever het overleg moeten voortzetten met de ondernemingsraad en daarna zelf een beleid moeten formuleren.

De Nederlandse wetgeving kent een dergelijke specifieke verplichting niet. Het aanbieden van een bestendig en regelmatig arbeidspatroon is wel eis die voortvloeit uit de eisen van goed werkgeverschap. Bovendien is in de Arbeidstijdenwet bepaald dat de werkgever een zo goed mogelijk beleid moet voeren ter zake van arbeids- en rusttijden en daarbij rekening moet houden met de persoonlijke omstandigheden van de werknemers. Dit beleid moet in het Arbo-beleid (in samenhang met de risico-inventarisatie en -evaluatie) worden geïntegreerd. De werkgever moet in dat kader conceptplannen voor arbeidsduurbeleid als discussiestukken aan de ondernemingsraad aanbieden. Meer concreet bepaalt de Arbeidstijdenwet nog dat een werknemer van 18 jaar of ouder recht heeft op een onafgebroken rusttijd van 11 uren in elke periode van 24 uur. Deze periode van 11 uren mag alleen worden ingekort tot minimaal 8 uren, indien de aard van de arbeid of de bedrijfsomstandigheden dit vergen.

Nederlandse jurisprudentie over deze materie is mij onbekend. Het omgekeerde is wel in de rechtspraak aan de orde geweest. Zo oordeelde de kantonrechter te Haarlem reeds in 2000 dat in het huidige tijdsgewricht een zekere privétisering (het samenvloeien van werk en privé) op de werkplek optreedt en dat een werkgever als gevolg daarvan binnen zekere grenzen heeft te aanvaarden dat er onder werktijd privé-contacten worden onderhouden. Omgekeerd zou dan moeten gelden dat een werknemer op zijn beurt binnen zekere grenzen heeft te aanvaarden dat er onder omstandigheden ook buiten werktijd zakelijke contacten moeten worden onderhouden.

In ieder geval biedt de Nederlandse wetgeving voldoende aanknopingspunten aan sociale partners om een e-mailbeleid buiten werktijd ook in Nederland op te agenda te zetten. Het in onderling overleg ontwikkelen van een beleid lijkt in ieder geval goed te passen in het streven naar duurzame inzetbaarheid.

 

Auteur: Bas Westerhout