datum: 24 februari 2021
Voor tijdperk corona
Voor het coronatijdperk maakten veel werknemers veel kilometers doorgaans met een door werkgever ter beschikking gesteld leaseauto. Een leaseauto kan als arbeidsvoorwaarde worden gezien met name in het geval een leaseauto door werkgever ter beschikking wordt gesteld in het kader van de uitoefening van de functie door werknemer. Een dergelijke arbeidsvoorwaarde kan dan niet zomaar eenzijdig gewijzigd worden.
Wijziging van een arbeidsvoorwaarde (lees: het inleveren van de leaseauto) kan op vrijwillige basis. Veel werknemers zien dat echter niet zitten en willen graag gebruik blijven maken van de leaseauto. In het geval werkgever en werknemer een eenzijdig wijzigingsbeding zijn overeengekomen, kan de werkgever een arbeidsvoorwaarde eenzijdig wijzigen, zij het dat er dan sprake moet zijn van een zwaarwichtig belang waarvoor het belang van de werknemer moet wijken. Het zwaarwichtig belang kent een vrij hoge drempel. Zonder een overeengekomen wijzigingsbeding moet de werkgever de volgende vragen beantwoorden:
Bij positieve beantwoording van alle vragen behoort werknemer op het voorstel in te gaan.
Tijdens tijdperk corona
Tijdens het coronatijdperk maken veel minder werknemers veel minder kilometers met de door werkgever ter beschikking gestelde leaseauto. Dat heeft mede als reden dat thuiswerken de norm is geworden waarbij kort gezegd beoordelingen en besprekingen online plaatsvinden. Onder deze omstandigheden is het de vraag of het behouden van de leaseauto als arbeidsvoorwaarde gerechtvaardigd is.
Werknemer zal deze vraag bevestigend beantwoorden: de leaseauto is een arbeidsvoorwaarde en de leaseauto wordt bij tijd en wijle nog voor zakelijke doeleinden gebruikt. Werkgever zal deze vraag daarentegen ontkennend beantwoorden: thuiswerken is de norm, het aantal zakelijk gereden kilometers is nihil en de kosten wegen niet meer op tegen het gebruik van de leaseauto in het kader van de uitoefening van de functie.
Een gewijzigd reispatroon voedt natuurlijk deze laatste werkgeversgedachte en dat is nog niet zo onbegrijpelijk. Door thuiswerken neemt het aantal zakelijk gereden kilometers immers in substantiële mate af. Kort en goed wijzigt dus het reispatroon. En bij een (in verband met de coronacrisis) gewijzigd reispatroon ligt het mogelijk ook voor de hand het gebruik van de leaseauto als arbeidsvoorwaarde te wijzigen.
Het gewijzigde reispatroon was immers ook de basis voor het laten vervallen van de vaste reiskostenvergoeding per 1 januari 2021 op grond van het “Besluit noodmaatregelen coronacrisis”. Inwerkingtreding van dat besluit bracht immers een einde aan het doorlopen van de vaste reiskostenvergoeding bij een gewijzigd reispatroon als gevolg van de covid 19 omstandigheden. Tot 31 december 2020 mocht werkgever thuiswerkdagen nog (fictief) aanmerken als reisdagen. De Minister van Financiën had immers goedkeuring verleend voor het laten doorlopen van alle vóór 13 maart 2020 vastgestelde reiskostenvergoedingen, dit tot 31 december 2020.
Op 1 januari 2021 is deze tijdelijk verleende goedkeuring komen te vervallen. Dat betekent dat werkgevers die de reiskostenvergoeding hebben laten doorlopen tot 31 december 2020 het reispatroon opnieuw in kaart moeten brengen. Reiskostenvergoedingen voor thuiswerkdagen mogen dan dus niet meer. Alleen daadwerkelijke reisdagen mogen nog belastingvrij vergoed worden tot een bedrag van maximaal 19 cent per kilometer. Meer vergoeden mag ook, maar over het meerdere moeten wel loonheffingen worden ingehouden.
De regeling dat reiskostenvergoedingen niet meer zijn toegestaan voor thuiswerkdagen zou wellicht ook moeten gelden voor werknemers met een leaseauto. Als deze werknemers thuiswerken zou de aanspraak op het beschikbare leasebedrag wellicht ook (naar rato) moeten vervallen. Er worden dan immers geen zakelijke kilometers meer gereden. In plaats daarvan is het denkbaar dat een minimum aantal zakelijk gereden kilometers een voorwaarde wordt voor het behouden en blijven gebruiken van de leaseauto. Dat lijkt toch niet onredelijk.
Een werknemer met een door werkgever ter beschikking gestelde leaseauto dacht daar toch echter anders over en startte een procedure. Hieronder een toelichting op de betreffende procedure.
De betreffende werknemer was sinds 1 augustus 1999 in dienst bij werkgever. Vanaf 1 januari 2015 maakte werknemer minder dan 15.000 zakelijke kilometers per jaar. Dit terwijl kennelijk op grond van de in de cao vermelde leaseregeling had te gelden dat bij toekenning van een leaseauto werknemer structureel 15.000 of meer zakelijke kilometers moest rijden. De werknemer beschikte over een door werkgever toegekende leaseauto en is daarover blijven beschikken ook sinds het jaar waarin werknemer minder dan 15.000 zakelijke kilometers maakte.
Het standpunt van werknemer was dan ook dat er sprake was van een vaste arbeidsvoorwaarde en (in elk geval) een verworven recht. De leaseauto was door werkgever toegekend en werknemer mocht de leaseauto ook blijven gebruiken in de jaren dat er minder dan 15.0000 zakelijke kilometers werden gereden. De voorwaarde had dus niet voor werknemer te gelden en er was (inmiddels) sprake van een verworven recht, aldus werknemer. Werkgever stelde zich op het standpunt dat het ter beschikking stellen van de leaseauto een voorwaardelijk recht was, namelijk op de voorwaarde dat werknemer minimaal 15.000 zakelijke kilometers moest rijden.
Werkgever werd in eerste instantie door de kantonrechter in het gelijk gesteld. Werknemer stelde hoger beroep in bij het Gerechtshof. Het Gerechtshof oordeelde dat werknemer (op grond van de toepasselijk cao) wist of had moeten begrijpen dat het gebruik van de leaseauto in strijd was met de geldende leaseregeling van minimaal 15.000 zakelijke kilometers per jaar. Het soepel hanteren door werkgever van de minimum kilometer norm maakt niet dat er sprake was/is van een onvoorwaardelijke arbeidsvoorwaarde laat staan van een verworven recht. In mijn optiek een juiste uitspraak. Ter toelichting op het begrip “verworven recht” nog het volgende.
Specifieke gang van zaken
De vraag of een verworven recht/vaste gedragslijn als arbeidsvoorwaarde aangemerkt kan worden is niet in algemene zin te beantwoorden. De specifieke gang van zaken is mede bepalend:
Gezichtspunten
Bij de hierboven genoemde omstandigheden is nog een aantal gezichtspunten van belang:
Conclusie
Er zijn nogal wat drempels voor de werknemer met leaseauto om het gebruik daarvan te kunnen kwalificeren als “verworven recht”. Daarbij komt dat tegen de achtergrond van het doel van het verstrekken van een leaseauto de werkgever een ruime mate van beleidsvrijheid toekomt. De leaseauto wordt immers verstrekt in het kader van de uitoefening van de functie waarvoor werknemer zakelijke kilometers maakt.
Handvatten
Hieronder een aantal handvatten om grip te houden op het gebruik van een leaseauto:
Heb je vragen of wil je van gedachten wisselen over voorwaarden voor het gebruik en/of inleveren van een leaseauto? Neem dan gerust contact met mij op.
Auteur: Thijs Muffels
Bron uitspraak: Gerechtshof Arnhem - Leeuwarden, 16 februari 2021