datum: 27 augustus 2021
In de Verenigde Staten stijgen de kosten van ziektekostenverzekeringen ten gevolge van de coronapandemie. Amerikaanse werkgevers belasten de extra kosten door aan werknemers die weigeren zich te laten vaccineren. In Nederland is een werkgever wettelijk verplicht gedurende maximaal 104 weken ten minste 70% van het loon (zij het in 2021 met een maximum van € 40.833 bruto per jaar) door te betalen aan een zieke werknemer. In veel gevallen is overigens bij individueel of collectief contract - veelal onvoorwaardelijk - afgesproken dat de werkgever meer dan 70% van het loon zal doorbetalen bij ziekte.
De verplichting tot loondoorbetaling tijdens ziekte geldt evenwel niet indien de ziekte door opzet is veroorzaakt. Het enkele feit dat een werknemer zich bloot stelt aan een risicovolle activiteit en daarmee aan de reële kans om wegens ziekte arbeidsongeschikt te raken, is onvoldoende om aan te nemen dat sprake is van opzet in de zin van artikel 7:629 lid 3 sub a BW. Weigering loon door te betalen in geval van ziekte ten gevolge van vaccinweigering wegens opzet zal dus falen. Maar heeft een Nederlandse werkgever dan andere mogelijkheden zijn loonkosten te beperken in het geval een werknemer weigert zich te laten vaccineren tegen corona en toch ziek wordt door een coronabesmetting?
De huidige wet biedt geen mogelijkheden te ontkomen aan de verplichting tot doorbetaling van het wettelijk minimum van (maximaal) € 40.833 (70% van het maximum premieloon 2021). Maar contractueel kan wel worden afgesproken dat de werknemer geen aanspraak kan maken op meer dan het wettelijk minimum wanneer de arbeidsongeschiktheid door zijn schuld of toedoen is veroorzaakt. Dit is reeds in 2006 bepaald door het Arnhemse Gerechtshof. Het gerechtshof oordeelde dat voor het kunnen aannemen dat de arbeidsongeschiktheid door schuld of toedoen van werknemer was veroorzaakt, het vereist is dat werknemer een rechtens relevant verwijt van het ontstaan van zijn arbeidsongeschiktheid kan worden gemaakt. Daarbij was van belang dat de werknemer (i) redelijkerwijze heeft moeten voorzien dat zijn handelwijze tot arbeidsongeschiktheid zou kunnen leiden en (ii) heeft nagelaten, hoewel dat in zijn vermogen lag, maatregelen te treffen teneinde te voorkomen dat deze arbeidsongeschiktheid zou ontstaan.
Nu het evident is dat een werknemer kan voorzien dat het niet vaccineren tegen corona tot ziekte kan leiden en de werknemer desondanks nalaat zich te vaccineren kan dat - in geval van ziekte - rechtvaardigen dat wordt afgesproken dat de aanspraak op loondoorbetaling tijdens ziekte in dat geval wordt beperkt tot het wettelijk minimum van (maximaal) 70%.
Auteur: Bas Westerhout
Bron uitspraak: Gerechtshof Arnhem, 27 juli 2006, ECLI:L:GHARN:2006:AY5993