Terug

Huis-, tuin en keukenongevallen & de zorgplicht van de werkgever

Huis-, tuin en keukenongevallen & de zorgplicht van de werkgever

datum:  31 januari 2020

De werkgever heeft een wettelijke zorgplicht voor de veiligheid van de werknemer (art. 7:658 lid 1 BW).  Deze zorgplicht houdt in dat de werkgever maatregelen moet nemen die redelijkerwijs nodig zijn om te voorkomen dat de werknemer in de uitoefening van zijn functie schade lijdt. Schiet de werkgever tekort in zijn zorgplicht, dan is hij jegens de werknemer aansprakelijk voor de schade die deze lijdt (het tweede lid van artikel 7:658 BW).

De achterliggende gedachte van de aansprakelijkheid is dat het immers de werkgever is die bepaalt op welke plaats, onder welke omstandigheden en met welke hulpmiddelen een werknemer moet werken. Maar hoever reikt deze zorgplicht eigenlijk?

 

De zorgplicht van de werkgever

De zorgplicht van de werkgever is groot: deze heeft niet alleen betrekking op de inrichting en het onderhoud van de lokalen, de werktuigen en de gereedschappen, maar ook op de instructies die de werkgever aan de werknemer dient te geven bij gebruikmaking van de lokalen, werktuigen en gereedschappen. De zorgplicht strekt zich uit over de gehele ‘werkomgeving’.

Van belang is dat de zorgplicht in ieder geval alle wettelijke regels over arbeidsomstandigheden betreft, maar er zijn ook ongeschreven normen die verder strekken dan de geschreven normen. Daarnaast is de zorgplicht niet beperkt tot fysieke schade, maar geldt deze ook voor psychische schade (HR 11 maart 2005, ABN AMRO/Nieuwenhuys).

Vervolgens is het voor de vraag wat van de werkgever kan worden verwacht bepalend wat de omstandigheden van het geval zijn. Is voor de werkgever kenbaar dat aan het gebruik van de machine gevaren verbonden zijn? Ligt het voor de hand dat een medewerker niet alle voorzichtigheid in acht neemt die ter voorkoming van een ongeluk nodig is? Ligt het voor de hand om veiligheidsmaatregelen te treffen voordat zich een ongeval heeft voorgedaan? Dit zijn vragen die maken dat voor ieder soort werk in iedere onderneming de zorgplicht verschilt.

In ieder geval staat vast dat met artikel 7:658 lid 1 BW niet een absolute waarborg wordt beoogd voor de bescherming van de werknemer tegen het gevaar van ongevallen die kunnen gebeuren gedurende de arbeid. Daarnaast is de werkgever ook niet aansprakelijk indien de werkgever kan aantonen dat de schade in belangrijke mate het gevolg is van opzet of bewuste roekeloosheid van de werknemer. Maar levert artikel 7:658 BW aansprakelijkheid op in het geval van zogenaamde ‘huis-, tuin en keukenongevallen’?

 

Huis-, tuin en keukenongevallen

Als gekeken wordt naar arresten waar letselschade is ontstaan ten gevolge van zogenaamde huis-, tuin en keukenongevallen tijdens het verrichten van de werkzaamheden, is de lijn in de jurisprudentie dat aansprakelijkheid van de werkgever niet snel wordt aangenomen. Als je als werkgever een werknemer niet waarschuwt voor algemeen bekende gevaren schend je in beginsel de zorgplicht niet.  Verwond een werknemer zich bij het snijden van een broodje aan een mes? De werknemer kan de werkgever  niet zonder meer voor de schade aanspreken (HR 4 oktober 2002, Laudy/Fair  Play).

Onlangs heeft de rechtbank Midden-Nederland zich ook weer uitgesproken over de zorgplicht bij ‘huis-, tuin en keukenongevallen’(volledige uitspraak). Het ging hier om een werkneemster die in dienst van een werkgever hulp in de huishouding levert. Tijdens haar werkzaamheden is de werkneemster gevallen terwijl zij liep met twee vuilniszakken. Resultaat? Langdurig letsel aan haar schouder. Maar de rechter oordeelde dat het hier ging om een dagelijks voorkomende situatie, een huishoudelijke bezigheid die ‘nagenoeg iedereen’ regelmatig verricht, aldus de rechter.  Werkneemster is gevallen door de ongelukkige samenloop van het moment dat de hulpbehoevende de werkneemster riep, waarna werkneemster zich omdraaide en haar evenwicht verloor. De werkneemster in kwestie is ongelukkig gevallen, en deze val heeft nare gevolgen maar de schade kan zij volgens de rechter niet verhalen op de werkgever.

 

Conclusie

Een werkgever is volgens deze kantonrechter dus niet schadeplichtig indien een werknemer onverhoopt valt tijdens het wegzetten van vuilnis. De vraag die beantwoord dient te worden is of een dergelijk ongeval ook in de dagelijkse persoonlijke sfeer zou kunnen gebeuren. Wordt deze vraag bevestigend beantwoord en gaat het om een ‘algemeen bekend gevaar’, dan is er hoogstwaarschijnlijk geen aansprakelijkheid op grond van 7:658 lid 2 BW. De lijn in de jurisprudentie over de zorgplicht bij huis- tuin en keukenongevallen zet zich voort: dus op dit gebied nog geen vuiltje aan de lucht voor de werkgever. Meer vragen over de zorgverplichting van de werkgever? Neem contact op met mij

 

Auteur: Nienke van der Linden

Bron uitspraak: Rechtbank Midden-Nederland, 27 februari 2019 (publicatie 13 november 2019), ECLI:NL:RBMNE:2019:1743