Terug

Individuele pensioenpotten: een mix van woekerpolis en casinopensioen

Individuele pensioenpotten: een mix van woekerpolis en casinopensioen

datum: 1 juni 2017

De discussie over het nieuwe pensioenstelsel gaat steeds meer in de richting van sympathie voor de gedachte van individuele pensioenpotten.

 

Eerlijker?

Volgens de voorstanders van individuele pensioenpotten zou dat een eerlijker en duidelijker stelsel zijn dan het huidige, waarbij je nooit helemaal zeker bent van de uitkomst. Dat laatste is waar: gegarandeerde pensioenen komen bijna niet meer voor. Maar de persoonlijke pensioenpot is niet eerlijker. Integendeel: vanwege het in hoge mate wegvallen van de onderliggende solidariteit in het systeem zullen de persoonlijke pensioenpotten slecht gevuld worden. Daarnaast zullen grote verschillen tussen individuele deelnemers gaan ontstaan. De mate waarin de persoonlijke pensioenpot van een individu straks gevuld zal zijn, hangt in hoge mate af van de hoogte van de rekenrente en de beleggingsopbrengsten. Beide kunnen fors ?uctueren en zullen dus tot zeer onvoorspelbare uitkomsten leiden.

 

De nieuwe woekerpolis

En of de pensioenregeling nu uitgevoerd wordt door een pensioenfonds of een verzekeraar: er zullen verschillende soorten kosten (uitvoeringskosten, beleggingskosten) aan zijn verbonden. Die gaat dan in mindering op het vullen van de individuele potten, zonder dat er vanuit een collectiviteit demping optreedt. Daarmee hebben we een nieuwe variant van de woekerpolis in huis gehaald.

 

Duidelijker?

En het ergste komt nog: op het moment dat een individu van zijn pensioen wil gaan genieten en de persoonlijke pot wil omzetten in een pensioenuitkering, moet hij maar afwachten of dat tot een redelijke uitkomst leidt. We zien immers nu al, dat bestaande individuele pensioenpotten (lijfrentepolissen of "de?ned contribution" pensioenpolissen) leiden tot buitengewoon lage uitkeringen, omdat de hoogte van de uitkering afhankelijk is van de rekenrente en de kostenstructuur van de uitkerende verzekeraar. Iedereen die de laatste jaren op basis van zo'n polis zijn opgebouwde sommetje wilde omzetten in een pensioenuitkering kwam van een ijskoude kermis thuis. De uitkomsten waren vaak tientallen procenten lager dan ooit in het vooruitzicht gesteld. De rechthebbende op een persoonlijke pensioenpot moge dan straks meer duidelijkheid hebben over wat er precies op zijn naam bij elkaar is gespaard, maar het is voor hem onduidelijker dan ooit wat de hoogte kan zijn van de pensioenuitkering op het moment dat hij wil stoppen met werken.

 

Vakbonden en casinopensioen

Een paar jaar geleden voerden de vakbonden nog heftige acties tegen het verworden van ons pensioenstelsel tot een casinopensioen. Het ging toen om de introductie van de ambitieovereenkomst. Die discussie leidde tot een crisis binnen de FNV en uiteindelijk het vertrek van voorzitter Agnes Jongerius. De variant van de individuele pensioenpotten geeft de deelnemer in een pensioenregeling nog minder zekerheid. Waar zijn de vakbonden nu?

 

De intergenerationele buffer, als die er ooit komt

Een kleine nuancering is wel op zijn plaats. In deze discussie komt ook vaak aan de orde dat er wel een soort van intergenerationele buffer zou moeten komen. Die zou moeten voorkomen dat een individu te veel slachtoffer wordt van schommelingen in rente en beleggingsopbrengsten. De tegen zo'n buffer geuite bezwaren zijn echter zo talrijk dat nog maar valt te bezien of die er gaat komen. En dan hebben we het nog niet over de enorme hoeveelheid geld die in zo'n buffer moet worden gestopt om inderdaad iets te kunnen uitrichten tegen de forse gevolgen van dalingen in de rente en de beleggingsopbrengsten voor individuele deelnemers.

 

Werkgevers en vakbonden

Het meest onbegrijpelijk is nog wel dat dit nieuwe stelsel mede ontwikkeld is door de SER, onder voorzitterschap van de sociaal-democrate Mariëtte Hamer, waarin werkgevers en werknemers de hoofdrol spelen. 

Werkgevers willen doorgaans "employer of choice" zijn en pretenderen daarbij een navenant pakket arbeidsvoorwaarden aan te bieden. Maar kennelijk realiseren ze zich op het terrein van pensioen ineens niet meer het belang van een goed pakket. Hoe anders dan bij de bonusdiscussie. Dan wordt door grote bedrijven de internationale concurrentie op arbeidsvoorwaarden met de nodige dramatiek uit de kast gehaald om toch vooral te verhinderen dat een einde gemaakt wordt aan het onbegrensd toekennen van bonussen door internationale bedrijven. En dan mag het ook ineens veel geld kosten. Terwijl voor de meeste werknemers pensioen toch veel belangrijker is.

Vakbonden laten zich kennelijk inpakken door de illusie van eerlijkheid en duidelijkheid en helpen op die manier de pensioenbelangen van hun leden en overige werknemers in Nederland met het grootste gemak om zeep.

Pensioen is na loon de belangrijkste -en kostbaarste- arbeidsvoorwaarde voor werknemers. Wij zijn in Nederland gezegend met één van de beste pensioenstelsels ter wereld. Dat kost geld. Maar een goed pensioen is een verworvenheid van een samenleving waarin we het belangrijk vinden dat we ook na een arbeidzaam leven op een fatsoenlijke manier in ons levensonderhoud kunnen voorzien.

Laten we ook niet vergeten dat pensioen deel uitmaakt van het arbeidsvoorwaardenpakket van individuele werknemers. Doordat we in Nederland goede pensioenregelingen kennen, liggen de overige arbeidsvoorwaarden vaak op een wat gematigder niveau. Indien de waarde van pensioen in het arbeidsvoorwaardenpakket afneemt (en met de invoering van de persoonlijke pensioenpot gebeurt dat), zal dat op de een of andere manier moeten worden gecompenseerd om de totale waarde op vergelijkbaar niveau te houden. Daar hoor je eigenlijk niemand over.

 

Eerlijk

Het is wonderlijk dat zoveel partijen in Nederland bewust of onbewust meewerken aan de revival van de woekerpolis en het casinopensioen. Als we het er met zijn allen over eens zijn dat werknemers het na hun werkzame leven met aanzienlijk minder moeten doen en pas aan het eind van de (arbeids-)rit inzicht mogen hebben in hun onzekere inkomenspositie tijdens pensioen, moeten we vooral op de ingeslagen weg doorgaan. Maar laten we daar dan tenminste eerlijk over zijn.

 

Auteur: Peter Lindenbergh