Op 13 oktober 2022 is een uitspraak gepubliceerd over een werknemer die sinds 2010 als monteur werkzaam was bij werkgever en zich in maart 2021 heeft ziekgemeld. Werknemer zei vooral last te hebben van zijn knieën, waardoor hij moeite had met bewegen. Toen werknemer al bijna een jaar thuis zat, volgde in februari 2022 een evaluatie met de bedrijfsarts. Daarbij gaf werknemer aan dat de klachten toenamen bij “lopen, duwen, trekken, tillen, dragen, knielen, hurken, staan, regelmatig wisselen van houding”.
Op 18 maart 2022 hoort werkgever dat een van haar medewerkers de werknemer in kwestie in een auto heeft zien rijden. Kort daarna is op initiatief van werkgever iemand langsgegaan bij de nieuwe woning van werknemer, waar deze kluswerkzaamheden aan het verrichten was. Bij werkgever is hierdoor het vermoeden ontstaan dat werknemer heeft gelogen over diens beperkingen. Naar aanleiding hiervan heeft werkgever een recherchebureau ingeschakeld om onderzoek te doen. Het recherchebureau heeft werknemer bij zijn nieuwe woning gedurende drie dagen geobserveerd met behulp van een camera, die geplaatst was in een rechercheauto. Ongeveer twee weken later heeft een medewerker van werkgever een gesprek met werknemer. De medewerker van werkgever vraagt in dit gesprek onder andere aan werknemer of hij kan autorijden. Hierop reageert werknemer het volgende (letterlijk citaat): “Helaas kan ik dat niet hopenlijk wordt na de mri scan meer duidelijk wat en hoe verder”.
Diezelfde avond krijgt het recherchebureau een melding dat in de rechercheauto is ingebroken. Het blijkt dat de vrouw van werknemer de camera uit de auto heeft gehaald. De rechercheur heeft, onderweg naar de woning van werknemer, werkgever op de hoogte gebracht van zijn bevindingen van de observatie. Op grond van deze bevindingen heeft werkgever werknemer op staande voet ontslagen. Werknemer verzoekt bij de kantonrechter vernietiging van de opzegging.
Het ontslag op staande voet blijft in stand. De kantonrechter wijst hierbij op de beelden, waarop te zien is hoe de man zware spullen tilt en veel bewegingen maakt, waarbij hij zijn knieën gebruikt. “Hieruit blijkt onmiskenbaar dat de monteur meer kon dan hij aan zijn werkgever en de bedrijfsarts heeft verklaard.” Ook met de verklaring over het autorijden van werknemer – dat hij wel in staat was om met een automaat te rijden – neemt de kantonrechter geen genoegen. Werknemer had bij zijn werkgever moeten melden dat hij wel in een automaat kon rijden. Ook is de kantonrechter niet van mening dat er door het gadeslaan en filmen van de klussende monteur een te ernstige inbreuk is gemaakt op zijn recht op privacy.
Aangezien geoordeeld is dat het ontslag op staande voet rechtsgeldig is gegeven en werknemer dus een dringende reden heeft gegeven voor het ontslag op staande voet, kan werkgever op grond van de wet aanspraak maken op een gefixeerde schadevergoeding. De schadevergoeding is gelijk aan het bedrag van het loon over de termijn dat de arbeidsovereenkomst bij regelmatige opzegging had behoren voort te duren, in dit geval een maand. Werknemer moet dus aan werkgever een bedrag van € 3.255,92 betalen.
Twijfel je aan de verklaringen van werknemer tijdens arbeidsongeschiktheid? Het kan lonen om op onderzoek uit te gaan. Hulp nodig? Neem dan gerust contact met mij op.
Auteur: Nienke van der Linden
Bron uitspraak: Rechtbank Midden-Nederland, 20 juli 2022, ECLI:NL:RBMNE:2022:2960