Per 1 oktober 2016 wordt het instemmingsrecht (art. 27 WOR) van de OR uitgebreid. Voortaan heeft de OR meer bevoegdheden indien een werkgever de pensioenregeling wil wijzigen.
Tot 1 oktober 2016 heeft de OR alleen instemmingsrecht bij een voorgenomen besluit van de werkgever tot vaststelling, wijziging of intrekking van een pensioenregeling die door een verzekeraar of een premiepensioeninstelling wordt uitgevoerd. Daarnaast bestond een beperkt instemmingsrecht wanneer pensioen was geregeld via een verplicht bedrijfstakpensioenfonds of ondernemingspensioenfonds. In dat geval gold het instemmingsrecht uitsluitend voor het vaststellen of intrekken van de afspraken over pensioenen. Vanaf 1 oktober 2016 krijgt de OR een instemmingsrecht bij het wijzigen van de pensioenovereenkomst ongeacht wie de pensioenuitvoerder is. Dat betekent vanaf nu ook opletten (namelijk: instemming vragen!) wanneer u wijzigingen wilt aanbrengen in de pensioenovereenkomst die is ondergebracht bij een ondernemingspensioenfonds. Belangrijke uitzondering blijft echter: als er al afspraken zijn gemaakt in een CAO over de pensioenen dan heeft de OR geen instemmingsrecht. Voor een regeling die is ondergebracht bij een verplicht bedrijfstakpensioenfonds geldt ook geen instemmingsrecht. In dat geval zijn werknemers immers al betrokken geweest bij het overleg tussen sociale partners.
Daarnaast geldt per 1 oktober 2016 ook dat de ondernemer de OR zo spoedig mogelijk moet informeren over elke voorgenomen vaststelling, wijziging of intrekking van de uitvoeringsovereenkomst. Dat is de overeenkomst tussen de werkgever en de pensioenuitvoerder (pensioenfonds of verzekeraar) op basis waarvan het pensioenfonds de pensioenregeling uitvoert.
De OR heeft in beginsel geen instemmingsrecht over de inhoud van de uitvoeringsovereenkomst tussen de werkgever en de pensioenuitvoerder. Als het echter gaat om een onderwerp in de uitvoeringsovereenkomst, dat direct van invloed is op de arbeidsvoorwaarde pensioen, dan valt dit wel onder het instemmingsrecht van de OR en kan de ondernemer niet volstaan met het informeren van de OR. Hiervan is in ieder geval sprake bij regelingen over de wijze van vaststellen van de verschuldigde premie, de maatstaven voor toeslagverlening (indexatie) en de voorwaarden waaronder deze wordt verleend en de keuze voor onderbrenging bij een bepaalde pensioenuitvoerder, pensioeninstelling uit een andere EU-lidstaat of een buitenlandse verzekeraar.
Auteur: Peter Lindenbergh