datum: 21 juni 2017
Werkgevers hebben de laatste jaren fors ingegrepen in de pensioenregelingen van hun werknemers. Soms was dat een gevolg van (fiscale) wetswijziging, maar veelal werd een wijziging doorgevoerd om de personeelslasten binnen de perken te houden of gevolgen voor de balans van het bedrijf (de sponsor) te matigen. Alle mij bekende veranderingen waren in feite verslechteringen.
Eindloonregelingen zijn vervangen door middelloonregelingen en die vervolgens weer door beschikbare premieregelingen, individueel of collectief. Sommige eindloonregelingen zijn ook in één stap vervangen door beschikbare premieregelingen, zoals bijvoorbeeld in onderhavige zaak. Daarbij is niet altijd even eerlijk en volledig met de betrokken werknemers gecommuniceerd over de financiële gevolgen.
Met name in het geval van vervangen van zogeheten "defined benefit"-regelingen (zoals eindloon- of middelloonregeling) door beschikbare premieregelingen bleken de gevolgen uiteindelijk vaak veel nadeliger voor werknemers dan aanvankelijk in het vooruitzicht gesteld. Werknemers kwamen er vaak pas na vele jaren achter dat ze het met aanzienlijk minder pensioen moesten doen dan ze steeds gedacht hadden.
Met name de laaatste jaren hebben werknemers die waren overgegaan naar beschikbare premieregelingen (met een beetje overdrijving ook wel aan te duiden als woekerpolispensioen) flink ingeleverd. Dat dat niet zomaar kan zonder de werknemers fatsoenlijk en volledig te informeren over de gevolgen, bewijst een recente uitspraak van het Hof Arnhem-Leeuwarden.
Per 1 januari 1997 heeft Ajilon de pensioenregeling van haar werknemers verslechterd: de eindloonregeling werd omgezet in een beschikbare premieregeling. Ajilon heeft die verandering tijdens de invoering van de nieuwe regeling weliswaar aan de medewerkers toegelicht, maar heeft op een aantal punten nagelaten de werknemers te informeren dat ze substantieel minder pensioen gingen opbouwen, zelfs bij een normaal te verwachten beleggingsresultaat. Aan de werknemers was onvoldoende duidelijk gemaakt dat de beschikbare premie niet meesteeg met de leeftijd, maar statisch bleef op 10%, en ook niet meesteeg met de salarisontwikkeling. Zonder op de nadere details in te gaan: het Hof was van oordeel dat de wel verstrekte informatie beperkt en onvolledig was en dat de werkgever heeft nagelaten cruciale informatie met betrekking tot de opbouw van de pensioenrechten op langere termijn te verstrekken. Daarmee is de werkgever tekortgeschoten in de op haar op grond van artikel 7:611 BW rustende verplichting zich als goed werkgeefster te gedragen door werknemers op deugdelijke wijze te informeren over de verschillen tussen de oude en de nieuwe pensioenregeling zodat zij op de hoogte waren van het feit dat zij met de nieuwe pensioenregeling substantieel minder pensioen zouden opbouwen. Het Hof wees aan de hierover procederende werknemer een schadevergoeding van bijna €30.000 toe.
We leren uit deze uitspraak dat werknemers, ook achteraf, niet geacht kunnen worden ingestemd te hebben met een verslechtering van -in dit geval- hun pensioenregeling indien ze niet volledig door de werkgever zijn geïnformeerd over de nadelige gevolgen. De werkgever die hiermee onvoldoende rekening houdt, leert een dure les.
Bron: Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 11-04-2017, ECLI:NL:GHARL:2017:3096, (werknemer/Ajilon Engineering B.V.)
Auteur: Peter Lindenbergh