Vrijblijvend gesprek
020-7232261

Mishandeld en op staande voet ontslagen, een brug te ver

Mishandeld en op staande voet ontslagen, een brug te ver

Onlangs deed het Gerechtshof Den Haag een interessante uitspraak in een ontslagkwestie. 

Casus

Een banketbakker nam het niet te nauw met het op tijd komen op zijn werk. In 2016 is hij herhaalde malen schriftelijk gewaarschuwd en gemaand op tijd te komen. Bij brief van 22 augustus 2016 is hem een laatste waarschuwing uitgedeeld. Daarbij is aangegeven “….Mocht je in de toekomst wederom te laat komen, dan is dat voor ons reden voor ontslag op staande voet…..”. Voor de zekerheid werd daar aan toegevoegd: ”(ook als het om enkele minuten gaat)”.

Op 23 november 2016 ging het mis. Werknemer is die dag in de avond thuis overvallen en mishandeld. Voor hem een reden om de volgende dag niet op het werk te verschijnen. Hij had nog wel een WhatsApp bericht gestuurd aan werkgever om duidelijk te maken dat hij de volgende dag aangifte van de mishandeling bij de politie moest doen. Na nog een paar warrige WhatsApp berichten van werknemer heeft werkgever gereageerd, op 25 november, met een brief waarin hij een kennelijk de vorige avond mondeling aangezegd ontslag op staande voet heeft bevestigd. 

De procedure

Werknemer legt zich hier niet bij neer, had zich inmiddels ook ziek gemeld en gaat naar de Kantonrechter. Hij vordert kort gezegd: vernietiging van het aan [verzoeker] gegeven ontslag op staande voet, gecombineerd met een verzoek tot wedertewerkstelling en doorbetaling van (achterstallig) loon.
Werkgever stelt een tegenvordering in tot betaling van een gefixeerde schadevergoeding.
De Kantonrechter wijst de vorderingen van werknemer af en veroordeelt hem tot betaling van de gefixeerde schadevergoeding van € 3.592,72 aan werkgever.

Werknemer legt zich ook hier niet bij neer en gaat in hoger beroep bij het Gerechtshof. 

De beslissing van het Hof

Het Hof toont meer mededogen met werknemer en vernietigt de beschikking van de Kantonrechter. De belangrijkste overweging daarbij luidt:

“11. Door direct over te gaan tot de meest ingrijpende sanctie die een werkgever ten dienst staat, heeft [verweerder] naar het oordeel van het hof onvoldoende gewicht toegekend aan de bijzondere omstandigheden waaronder het verzuim heeft plaatsgevonden en aan de persoonlijke omstandigheden en belangen van [verzoeker], mede gelet op de lengte van het dienstverband van 18 jaren met (de rechtsvoorganger van) [verweerder]. Het ontslag op staande voet heeft voor [verzoeker] verstrekkende gevolgen, zoals het mislopen van een WW-uitkering en de problemen die hij ondervindt bij het vinden van een andere baan. Verder is relevant de persoon en de (beperkte) mogelijkheden van [verzoeker], die niet in het bezit is van diploma’s of een rijbewijs, op de arbeidsmarkt.”

Toch wordt werkgever nog enigszins tegemoet gekomen: het Hof gaat niet over tot herstel van de dienstbetrekking. Het Hof overweegt daarbij dat inmiddels te veel tijd is verstreken en dat de voor herstel benodigde vertrouwensbasis ontbreekt.
Wel wordt gebruik gemaakt van de ambtshalve bevoegdheid om een billijke vergoeding toe te kennen.

Samenloop van drie soorten geldelijke vergoeding

Door deze benadering is in deze zaak nu sprake van drie soorten geldelijke vergoeding: a) de billijke vergoeding, b) de gefixeerde schadevergoeding en c) de transitievergoeding.

  1. De billijke vergoeding: Het Hof gaat uit van fictie dat indien de werknemer niet op staande voet zou zijn ontslagen, werkgever een verzoek bij de Kantonrechter zou hebben ingediend strekkende tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst op basis van een ernstige en duurzaam verstoorde arbeidsrelatie. Het Hof schat in dat dan de arbeidsovereenkomst zou zijn geëindigd per 1 mei 2017. De optelsom van het gemiste bedrag aan loon, de commotie en de moeite om het ontslag aan te vechten resulteert dan in een bedrag van € 17.500 bruto. de hierna volgende gefixeerde schadevergoeding (€ 12.463 bruto), moet hierop in mindering worden gebracht, waarna resteert € 5.037 bruto.
  2. De gefixeerde schadevergoeding: Dit betreft het loon over de termijn dat de arbeidsovereenkomst bij reguliere opzegging had behoren voort te duren. in dit geval € 12.463.
  3. De transitievergoeding: Het Hof overweegt dat weliswaar werknemer makkelijk is omgegaan met zijn arbeidsverplichtingen, maar kwalificeert dit niet als -door de wet vereist om af te kunnen zien van de transitievergoeding- ernstig verwijtbaar handelen. De transitievergoeding wordt op basis van de wettelijke berekening vastgesteld op € 22.827 bruto.

Kortom: 

Het ontslag op staande voet werd vernietigd, maar de dienstbetrekking werd door het Hof niet hersteld. Daarbij werd werkgever wel veroordeeld om per saldo ruim € 40.000 bruto aan werknemer te betalen. Alles bijeen een beslissing die het rechtsgevoel bevredigt en blijk geeft van inlevingsgevoel door het Hof in de praktijk.

Les voor de praktijk: 

Het is natuurlijk altijd goed om bij misdragingen als het herhaaldelijk te laat komen een “officiële” waarschuwing te geven die inhoudt dat bij herhaling ontslag op staande voet volgt. Uit onderhavige zaak blijkt echter dat zich toch omstandigheden kunnen voordoen waarbij ontslag op staande voet door de rechter als een te zwaar middel wordt gezien en het aldus gegeven ontslag geen stand houdt. De werkgever zal dan alsnog in de buidel moeten tasten.

Related Posts

Leave a Reply